Pagina: 1
29
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: DDF482
Boorcapaciteiten Staal 13 mm
Hout 38 mm
Bevestigingscapaciteiten Houtschroef 10 mm x 90 mm
Kolomschroef M6
Nullasttoerental Hoog (2) 0 - 1.900 min-1
Laag (1) 0 - 600 min
-1
Totale lengte 185 mm
Nominale spanning 18 V gelijkspanning
Accu BL1815N, BL1820, BL1820B BL1830, BL1840, BL1850,
BL1840B, BL1850B
Nettogewicht 1,5 kg 1,7 kg
• In verband met ononderbroken research en ontwikkeling, behouden wij ons het recht voor de bovenstaande
technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• De technische gegevens van de accu kunnen van land tot land verschillen.
• Gewicht, inclusief accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
Dit gereedschap is bestemd voor het boren en schroe-
ven in hout, metaal en plastic.
Geluidsniveau
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (LpA): 75 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Het geluidsniveau kan tijdens gebruik hoger worden
dan 80 dB (A).
WAARSCHUWING: Draag gehoorbescherming.
Trilling
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (ah,D): 2,5 m/s
2
of lager
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
OPMERKING: De opgegeven trillingsemissiewaarde
is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan
worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken
met andere gereedschappen.
OPMERKING: De opgegeven trillingsemissiewaarde
kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf
van de blootstelling.
WAARSCHUWING: De trillingsemissie tijdens het
gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk
kan verschillen van de opgegeven trillingsemissie-
waarde afhankelijk van de manier waarop het gereed-
schap wordt gebruikt.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat veiligheids-
maatregelen worden getroffen ter bescherming van
de operator die zijn gebaseerd op een schatting van
de blootstelling onder praktijkomstandigheden (reke-
ning houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus,
zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap
is uitgeschakeld en stationair draait, naast de inge-
schakelde tijdsduur).
EU-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
Makita verklaart hierbij dat de volgende machine(s):
Aanduiding van de machine: Accuschroefboormachine
Modelnr./Type: DDF482
Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EU
Ze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de vol-
gende norm of genormaliseerde documenten: EN60745
Het technisch documentatiebestand volgens 2006/42/
EU is verkrijgbaar bij:
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
30.3.2015
Yasushi Fukaya
Directeur
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
NEDERLANDS
Pagina: 2
30
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen
van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot
elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoor-
schriften duidt op gereedschappen die op stroom van
het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met
een accu (snoerloos).
Veiligheidswaarschuwingen voor
een accuschroefboormachine
1. Gebruik hulphandgreep (hulphandgrepen),
indien bij het gereedschap geleverd. Verliezen
van de macht over het gereedschap kan letsel
veroorzaken.
2. Houd elektrisch gereedschap alleen vast aan
de geïsoleerde handgrepen wanneer de kans
bestaat dat het werktuig in aanraking komt met
verborgen bedrading. Wanneer boor-/snijhulp-
middelen in aanraking komen met onder spanning
staande draden, zullen de niet-geïsoleerde meta-
len delen van het gereedschap onder spanning
komen te staan zodat de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
3. Houd elektrisch gereedschap alleen vast aan
de geïsoleerde handgrepen, wanneer u werkt
op plaatsen waar het bevestigingsmateriaal
met verborgen bedrading in aanraking kan
komen. Wanneer bevestigingsmaterialen in
aanraking komen met onder spanning staande
draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen
van het gereedschap onder spanning komen te
staan zodat de gebruiker een elektrische schok
kan krijgen.
4. Zorg ook altijd dat u stevig op een solide
bodem staat. Let bij het werken op hoge
plaatsen op dat er zich niemand recht onder u
bevindt.
5. Houd het gereedschap stevig vast.
6. Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
7. Laat het gereedschap niet draaiend achter.
Schakel het gereedschap alleen in wanneer u
het stevig vasthoudt.
8. Raak direct na uw werk het boorbit of het werk-
stuk niet aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
9. Bepaalde materialen kunnen giftige chemica-
liën bevatten. Vermijd contact met uw huid en
zorg dat u geen stof inademt. Volg de veilig-
heidsvoorschriften van de fabrikant van het
materiaal.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door
een vals gevoel van comfort en bekendheid met het
gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereed-
schap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het
niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op (1)
de acculader, (2) de accu, en (3) het product waar-
voor de accu wordt gebruikt, alvorens de accu in
gebruik te nemen.
2. Neem de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
4. Als elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen, spoelt
u uw ogen met schoon water en roept u onmiddellijk
de hulp van een dokter in. Elektrolyt in de ogen kan
blindheid veroorzaken.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten
is. De accu kan ontploffen in het vuur.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
10. Volg bij het weggooien van de accu de plaatse-
lijke voorschriften.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Tips voor een maximale levens-
duur van de accu
1. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermo-
gen van het gereedschap is afgenomen.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit
opnieuw op. Te lang opladen verkort de
levensduur van de accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstempe-
ratuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme
accu afkoelen alvorens hem op te laden.
NEDERLANDS
Pagina: 3
31
4. Laad de accu op als u deze gedurende een lange tijd
(meer dan zes maanden) niet gaat gebruiken.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP: Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP: Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►Fig.1: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met de
groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek
de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een klikge-
luid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop
kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP: Breng de accu altijd helemaal aan totdat
het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet,
kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of
anderen in uw omgeving verwonden.
LET OP: Breng de accu niet met kracht aan. Als
de accu niet gemakkelijk in het gereedschap kan wor-
den geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
Lithiumionaccu met ster-merkteken
►Fig.2: 1. Ster-merkteken
Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn voorzien
van een beveiligingssysteem. Dit systeem sluit auto-
matisch de voeding naar het gereedschap af om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap kan tijdens gebruik automatisch stop-
pen wanneer het gereedschap en/of de accu aan één
van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
In dat geval laat u de trekkerschakelaar van het gereed-
schap los en verhelpt u de oorzaak van de overbelas-
ting. Vervolgens knijpt u de trekkerschakelaar weer in
om het gereedschap weer te starten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In dat geval laat u de accu even afkoelen voordat u
de trekkerschakelaar opnieuw inknijpt.
Onvoldoende accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het gereedschap
start niet. In dat geval verwijdert u de accu en laadt u
die opnieuw op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu´s waarvan het modelnummer eindigt
op "B".
►Fig.3: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes Resterende
acculading
Brandt Uit Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
De trekkerschakelaar gebruiken
►Fig.4: 1. Trekkerschakelaar
LET OP: Alvorens de accu in het gereedschap
te plaatsen, moet u altijd controleren of de trek-
kerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Hoe harder u de trekkerscha-
kelaar inknijpt, hoe sneller het gereedschap draait.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
NEDERLANDS
Pagina: 4
32
De lamp op de voorkant gebruiken
►Fig.5: 1. Lamp
LET OP: Kijk niet direct in het lamplicht of in de
lichtbron.
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. De lamp gaat 10 tot 15 seconden
nadat u de aan-uitschakelaar hebt losgelaten uit.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De omkeerschakelaar bedienen
►Fig.6: 1. Omkeerschakelaar
LET OP: Controleer altijd de draairichting alvo-
rens het gereedschap te starten.
LET OP: Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP: Zet de omkeerschakelaar altijd in de neu-
trale stand wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale
stand staat, kan de trekkerschakelaar niet worden
ingeknepen.
Snelheidskeuze
►Fig.7: 1. Snelheidskeuzeknop
LET OP: Zet de snelheidskeuzeknop altijd
volledig in de juiste stand. Als u het gereedschap
gebruikt met de snelheidskeuzeknop halverwege
tussen de standen "1" en "2", kan het gereedschap
beschadigd worden.
LET OP: Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait. Dat kan het gereedschap beschadigen.
Stand van de
snelheids-
keuzeknop
Snelheid Koppel Toepassing
1 Laag Hoog Zware
belasting
2 Hoog Laag Lichte
belasting
Als u de snelheid wilt veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit. Selecteer stand "2" voor een hoge
snelheid of stand "1" voor een lage snelheid met een
hoog koppel. Let op dat de snelheidskeuzeknop geheel
in de juiste stand is gezet voordat u gaat werken.
Als de snelheid van het gereedschap tijdens gebruik in
stand "2" sterk afneemt, zet u de knop in stand "1" en
begint u het gebruik opnieuw.
Het aandraaikoppel instellen
►Fig.8: 1. Instelring 2. Koppelaanduiding 3. Pijlteken
Door de koppelinstelring te draaien, kan het aandraaikoppel worden ingesteld in 22 stappen. Lijn de koppelaandui-
ding uit met het pijlteken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het maximu-
maandraaikoppel kiest u .
De koppeling slipt door op de betreffende koppelniveaus bij de instellingen 1 tot en met 21. De koppeling werkt niet
op de instelling .
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk identiek
materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen de schroefmaat en de koppelaanduiding.
Koppelaanduiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Kolomschroef M4 M5 M6
Hout-
schroef
Zachthout
(bijv.
naaldhout)
– ɸ3,5 x 22 ɸ4,1 x 38 –
Hardhout
(bijv.
meranti)
– ɸ3,5 x 22 ɸ4,1 x 38 –
NEDERLANDS
Pagina: 5
33
MONTAGE
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is uit-
geschakeld en de accu ervan is verwijderd alvo-
rens enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
►Fig.9: 1. Bus 2. Dicht 3. Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
De haak aanbrengen
►Fig.10: 1. Gleuf 2. Haak 3. Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
►Fig.11: 1. Schroefbithouder 2. Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
BEDIENING
LET OP: Druk de accu altijd stevig aan totdat
die op zijn plaats vastklikt. Wanneer het rode deel
aan de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de
accu er nog niet helemaal in. Schuif hem er helemaal
in totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen
vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden.
LET OP: Wanneer de snelheid sterk afneemt,
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
handgreep en de andere aan de onderkant van de accu
om wringkrachten goed te kunnen beheersen.
►Fig.12
Gebruik als schroevendraaier
LET OP: Stel de koppelinstelring in op het
juiste koppel voor uw werkstuk.
LET OP: Zorg dat het schroefbit recht in de
schroefkop steekt, anders kunnen de schroef en/
of het schroefbit beschadigd worden.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop
en oefen wat druk uit op het gereedschap. Start het
gereedschap langzaam en verhoog dan geleidelijk de
snelheid. Zodra de koppeling aangrijpt, laat u de trek-
kerschakelaar onmiddellijk los.
OPMERKING: Voor het vastdraaien van houtschroe-
ven dient u een boorgat van 2/3 de diameter van de
schroef voor te boren. Dit vergemakkelijkt het vast-
draaien en voorkomt dat het werkstuk kan splijten.
Gebruik als boormachine
Draai eerst de koppelinstelring zo dat het pijlteken naar
de markering wijst. Ga daarna als volgt te werk.
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboortjes voorzien van een geleideschroefpunt.
Deze geleideschroefpunt vergemakkelijkt het boren,
door het boorbit het werkstuk in te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat het boorbit bij het begin van het
boren zijdelings wegglijdt, maakt u met een hamer en
een centerpons een putje precies op de plaats waar
u wilt boren. Plaats dan de punt van het boorbit in het
putje en begin met boren.
Gebruik bij het boren in metaal een smeermiddel.
Uitzonderingen hierbij zijn ijzer en koper, die droog
geboord moeten worden.
LET OP: Het boren zal niet sneller verlopen
als u hard op het gereedschap drukt. In feite
zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot
beschadiging van het boorbit, lagere prestaties van
het gereedschap en een kortere levensduur van het
gereedschap.
LET OP: Houd het gereedschap stevig vast en
let vooral goed op wanneer het boorbit door het
werkstuk heen breekt. Op het moment dat het boor-
gat doorbreekt wordt een enorme wringende kracht
uitgeoefend op het gereedschap/boorbit.
LET OP: Een vastgelopen boorbit kan eenvou-
dig verwijderd worden door de draairichting te
veranderen met de omkeerschakelaar, om zo het
boorbit eruit te draaien. Houd het gereedschap
daarbij wel stevig vast, want er is kans op een
plotselinge terugslag.
LET OP: Zet kleine werkstukken altijd
vast in een bankschroef of een soortgelijke
klemvoorziening.
LET OP: Als het gereedschap continu wordt
bediend totdat de accu leeg is, laat u het gereed-
schap gedurende 15 minuten liggen alvorens
verder te werken met een volle accu.
NEDERLANDS
Pagina: 6
34
ONDERHOUD
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, wasben-
zine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor kun-
nen verkleuring, vervormingen en barsten worden
veroorzaakt.
De koolborstels vervangen
►Fig.13: 1. Slijtgrensmarkering
Controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang ze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat ze
gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik
uitsluitend identieke koolborstels.
1. Gebruik een schroevendraaier om twee schroe-
ven te verwijderen en verwijder daarna de achterkap.
►Fig.14: 1. Achterkap 2. Schroef
2. Til de arm van de veer op en plaats deze in
de uitsparing in de behuizing met behulp van een
platte schroevendraaier met een dunne steel, of iets
dergelijks.
►Fig.15: 1. Uitsparing 2. Veer 3. Arm
3. Verwijder de koolborstelkap van de koolborstels
met behulp van een tang. Haal de versleten koolbor-
stels eruit, breng de nieuwe aan, en plaats daarna de
koolborstelkappen terug.
►Fig.16: 1. Koolborstelkap
4. Zorg ervoor dat de aansluitdraad aan de tegen-
overgestelde kant van de arm wordt geplaatst.
►Fig.17: 1. Aansluitdraad 2. Koolborstelkap
5. Zorg ervoor dat de koolborstelkappen goed in de
opening in de koolborstelhouders vallen.
►Fig.18: 1. Opening 2. Koolborstelkap
6. Breng de achterkap weer aan en draai de twee
schroeven vast.
7. Plaats de accu in het gereedschap en laat de
koolborstels inlopen door het gereedschap gedurende 1
minuten onbelast te laten draaien.
8. Test de werking van het gereedschap tijdens het
draaien, en de werking van de elektrische rem door
de trekkerschakelaar los te laten. Als de elektrische
rem niet goed werkt, vraagt u een erkend Makita-
servicecentrum of de Makita-fabriek het te repareren.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
OPTIONELE
ACCESSOIRES
LET OP: Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is
beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of
hulpstukken bestaat het gevaar van persoonlijke let-
sel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend
voor hun bestemde doel.
Wenst u meer bijzonderheden over deze acces-
soires, neem dan contact op met het plaatselijke
Makita-servicecentrum.
• Boorbits
• Schroefbits
• Schroefbithouder
• Haak
• Originele Makita accu’s en acculaders
OPMERKING: Sommige items op de lijst kunnen
zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als
standaard toebehoren. Deze kunnen van land tot land
verschillen.
NEDERLANDS
Vragen & antwoorden
Heb je een vraag over de Makita DDF482RM3J en kan je het antwoord niet vinden in de gebruikershandleiding? Wellicht kunnen de bezoekers van ManualsCat.com je helpen om je vraag te beantwoorden. Door het formulier hieronder in te vullen zal je vraag verschijnen onder de handleiding van de Makita DDF482RM3J. Let erop dat je het probleem dat je hebt met de Makita DDF482RM3J zo zorgvuldig mogelijk beschrijft. Hoe duidelijker je vraag omschreven is, hoe groter de kans is dat je snel een reactie ontvangt van een andere gebruiker. Via e-mail zal je automatisch op de hoogte gesteld worden als iemand gereageerd heeft op je vraag.
Stel een vraag over de Makita DDF482RM3J